
Filosoferen met kinderen
Doe maar mee!
Kun je een stoel maken met twee poten?
Kan een goudvis denken?
Wat kun je allemaal doen met een paperclip?
Kunnen konijnen praten?
Wat is een baas?
Kun je gelukkig zijn met niets?





In het artikel over breinontwikkeling kon je al lezen dat vanaf een jaar of 6 de natuurlijke verwonderkracht van een kind afneemt. We weten ook dat als je hersenverbindingen wél blijft stimuleren en gebruiken, je daar je leven lang wat aan hebt. Als tegenhanger van alle schoolse zaken, willen wij bij Doomijn deze superkracht blijven stimuleren! Onderzoek wijst zelfs uit dat een hogere mate van verwonderkracht en nieuwsgierigheid, de schoolprestaties van een kind verhoogt. Bovendien kun je heel veel bereiken als je nieuwsgierig bent en je verwondert! Denk maar aan wetenschappers zoals Einstein, of de Griekse filosoof Aristoteles die zei: “Het begin van alle wijsheid is verwondering”.






Nieuwsgierig zijn en verwonderen kan door te filosoferen: vragen stellen en daarover praten, waarbij je je eigen antwoord kunt zoeken. Dat kan ook met kinderen, zelfs al op heel jonge leeftijd:
Zo doe je dat!
Filosoferen
Alle antwoorden zijn dus goed! Vervolgens deel je je antwoord met anderen, die hier hun eigen beeld bij hebben. Belangrijk is dat je een open vraag stelt, die aansluit bij de leefwereld van de kinderen. En: vraag door. Je kunt een aantal keer achter elkaar de vraag stellen: “Wat maakt dat jij dit denkt?” Vaak vertellen kinderen al door als je humt, verbaasd kijkt of als je enkel zegt: “Oh ja?” Let dan eens op wat een kind vertelt en hoe het redeneert. Zelfs als dat wat het kind zegt niet kan of pure fantasie is, kan de redenering logisch zijn. Dus: beperk jezelf niet te veel en denk vooral lekker mee.
Verder heb je vooral rust en tijd nodig. Als je samen aan tafel zit of aansluit bij spel bijvoorbeeld. Als het goed gaat, zul je zien dat er vanzelf inzicht ontstaat tijdens zo’n gesprekje.
- Interesse in het denken van kinderen (zo voelen ze zich gezien en gehoord)
- Taalvaardigheid en creatief denken
- Sociaal vaardiger (verplaatsen in andermans gedachten, naar elkaar luisteren)
- Tolerant en respectvol (verschillend denken, maar beide goede redenen; verschillen is oké)
Mooi he? Je werkt met filosoferen ook nog eens aan de vier pedagogische basisdoelen, namelijk:
‘Deze slak is vies.’
‘‘Hoe komt het dat deze slak vies is?’’
‘Hij heeft geen huisje meer.’
‘‘Waarom is hij dan juist vies?’’
‘Dan kan hij niet meer douchen.’


Is er trouwens in de wereld één ding dat iedereen mooi vindt?



Kun je een stoel maken met twee poten?
Kan een goudvis denken?
Wat kun je allemaal doen met een paperclip?
Kunnen konijnen praten?
Wat is een baas?
Kun je gelukkig zijn met niets?

Filosoferen met kinderen
Doe maar mee!

In het artikel over breinontwikkeling kon je al lezen dat vanaf een jaar of 6 de natuurlijke verwonderkracht van een kind afneemt. We weten ook dat als je hersenverbindingen wél blijft stimuleren en gebruiken, je daar je leven lang wat aan hebt. Als tegenhanger van alle schoolse zaken, willen wij bij Doomijn deze superkracht blijven stimuleren! Onderzoek wijst zelfs uit dat een hogere mate van verwonderkracht en nieuwsgierigheid, de schoolprestaties van een kind verhoogt. Bovendien kun je heel veel bereiken als je nieuwsgierig bent en je verwondert! Denk maar aan wetenschappers zoals Einstein, of de Griekse filosoof Aristoteles die zei: “Het begin van alle wijsheid is verwondering”.



Nieuwsgierig zijn en verwonderen kan door te filosoferen: vragen stellen en daarover praten, waarbij je je eigen antwoord kunt zoeken. Dat kan ook met kinderen, zelfs al op heel jonge leeftijd:
Zo doe je dat!
Filosoferen

‘Deze slak is vies.’
‘‘Hoe komt het dat deze slak vies is?’’
‘Hij heeft geen huisje meer.’
‘‘Waarom is hij dan juist vies?’’
‘Dan kan hij niet meer douchen.’
Alle antwoorden zijn dus goed! Vervolgens deel je je antwoord met anderen, die hier hun eigen beeld bij hebben. Belangrijk is dat je een open vraag stelt, die aansluit bij de leefwereld van de kinderen. En: vraag door. Je kunt een aantal keer achter elkaar de vraag stellen: “Wat maakt dat jij dit denkt?” Vaak vertellen kinderen al door als je humt, verbaasd kijkt of als je enkel zegt: “Oh ja?” Let dan eens op wat een kind vertelt en hoe het redeneert. Zelfs als dat wat het kind zegt niet kan of pure fantasie is, kan de redenering logisch zijn. Dus: beperk jezelf niet te veel en denk vooral lekker mee.
Verder heb je vooral rust en tijd nodig. Als je samen aan tafel zit of aansluit bij spel bijvoorbeeld. Als het goed gaat, zul je zien dat er vanzelf inzicht ontstaat tijdens zo’n gesprekje.

Mooi he? Je werkt met filosoferen ook nog eens aan de vier pedagogische basisdoelen, namelijk:
- Interesse in het denken van kinderen (zo voelen ze zich gezien en gehoord)
- Taalvaardigheid en creatief denken
- Sociaal vaardiger (verplaatsen in andermans gedachten, naar elkaar luisteren)
- Tolerant en respectvol (verschillend denken, maar beide goede redenen; verschillen is oké)
Is er trouwens in de wereld één ding dat iedereen mooi vindt?
