

van kinderen stimuleren



Van kleurplaten en duidelijke kaders naar lege vellen, loose parts en echte materialen: bij Doomijn willen we dat onze kinderen kunnen ontdekken en experimenteren. Dat nodigt uit tot creativiteit, fantasie en verwondering. Maar hoe doe je dat? Daniëlla Snijders, Consulent Muziek, vertelt je hoe je kan overstappen van de standaardwerkjes naar creatieve kunstwerken die kinderen zelf creëren.

Ken je dat? Je bent op zoek naar het léukste kuikentje om te laten beplakken met veertjes. Maar oh, een voorjaarsbloem van eierdoosjes. En kijk, een recept voor grappige kerstkoekjes. Een vertederend fotolijstje voor Moederdag en … o ja, dat kuikentje. Voor je het weet ben je een uur verder. En dan moeten de kuikentjes nog allemaal worden uitgeknipt, de veertjes nog worden verdeeld over boterbakjes en moet de lijm nog in potjes. Herkenbaar? Ik hoorde ooit op een cursus: ‘Hoe langer jij bezig bent met voorbereiden, des te minder valt er te ontdekken voor kinderen’. Daar schrok ik wel een beetje van, want ik meende dat kinderen daar bij mij alle ruimte voor kregen.
Het ontdekken van en experimenteren met materialen willen we binnen Doomijn meer ruimte geven. Jij hoeft dan niet altijd 30 kuikens meer te knippen, al is daar op z’n tijd niets mis mee. Kinderen gaan binnen hun eigen mogelijkheden en de faciliteiten op de locatie aan de slag en doen dat zoveel mogelijk zelf. Jij zorgt voor ruimte, materiaal en een veilige omgeving. ‘Wat gaan we vandaag ontdekken’ in plaats van ‘wat gaan we vandaag maken’, wordt dan de leidraad. Want het hóeft niet altijd iets te worden! Het gaat om het ervaren van materialen. Smeren en experimenteren is belangrijk in de creatieve ontwikkeling. Pas als een kind met al zijn zintuigen een materiaal beleefd en ontdekt heeft, is het in staat om er ‘iets’ van te maken. Van Gogh schilderde ook niet in één keer zijn beroemde zonnebloemen. Daar zijn heel wat stappen aan vooraf gegaan.

Verdwalen op het internet…
Smeren en experimenteren

“Pas als een kind met al zijn zintuigen een materiaal beleefd en ontdekt heeft, is het in staat om er ‘iets’ van te maken.”

Als je het:
Voor me knipt
Voor me opent
Voor me tekent
Voor me klaar zet
Voor me zoekt
En voor me vindt
Dan leer ik vooral dat jij het beter kunt dan ik

1. Varieer met materiaal en techniek
Hoe eenvoudiger hoe beter! Het mooiste is dat iets verwondering oproept. Combineer bijvoorbeeld verf met zand, zaagsel, kattengrind of blaadjes. Verf met kwasten, vingers, stokjes, duploautootjes of schuursponsjes. Teken met potloden op allerlei verschillend gekleurd papier en haal geen kleuren weg ‘omdat je geen wit op wit kunt zien’. Voor kinderen is dat een hele ontdekking! Teken op behangpapier met bobbels, ribkarton, kranten of tijdschriften. Leg ‘niet voor de hand liggend materiaal’ klaar. Kartonnen dozen en bakjes water, watten en dun ijzerdraad of klei met een hamer en spijkers.


2. Verzamel het materiaal samen
Veel materiaal vind je gewoon buiten op straat, het plein en in het park. Kinderen houden van verzamelen dus ga er op uit met bakjes en plastic zakjes en kijk wat je buiten allemaal vindt. Doppen, stenen, eikels, stokjes en slakkenhuisjes. Sorteer het in je groep in overzichtelijke bakjes en potjes.


3. Met je lijf
Teken/verf eens zodanig dat kinderen hun lijf op een hele andere manier gebruiken. Bijvoorbeeld languit liggend op de grond, rechtop staand met schildersezels of ga naar buiten en plak een vel papier op de containers. Werk niet alleen in het platte vlak maar ook driedimensionaal. Gebruik lege dozen, flesjes, stukken hout, boomstammetjes of wc-rollen.


4. Varieer met verbindingsmateriaal
Niet alleen (behang)lijm maar ook wasknijpers, schilderstape, ducktape, ijzerdraad, lint en wol stimuleren kinderen in hun experiment. Help ze daarbij door niet teveel materiaal in één keer aan te bieden. Bied liever van een paar materialen véél aan, dan van veel materialen een beetje.


5. Reflecteer
Vraag je bij alles wat je doet af: is dit jouw wens of blik als volwassene of ben je dienstbaar aan de ontdekkingen van het kind? Wat maakt dat je het papier draait, weghaalt, een kleur omruilt of iets verbiedt? En hoe zet je de materialen neer? Kunnen de kinderen overal zelf bij of zijn ze afhankelijk van wat jij ze aanreikt?
Wij zijn benieuwd: hoe is het voor jóu om op een heel andere manier te werken? Word je er blij van of juist geïrriteerd? We horen graag je ervaringen, wensen en vragen!


van kinderen stimuleren


Van kleurplaten en duidelijke kaders naar lege vellen, loose parts en echte materialen: bij Doomijn willen we dat onze kinderen kunnen ontdekken en experimenteren. Dat nodigt uit tot creativiteit, fantasie en verwondering. Maar hoe doe je dat? Daniëlla Snijders, Consulent Muziek, vertelt je hoe je kan overstappen van de standaardwerkjes naar creatieve kunstwerken die kinderen zelf creëren.

Ken je dat? Je bent op zoek naar het léukste kuikentje om te laten beplakken met veertjes. Maar oh, een voorjaarsbloem van eierdoosjes. En kijk, een recept voor grappige kerstkoekjes. Een vertederend fotolijstje voor Moederdag en … o ja, dat kuikentje. Voor je het weet ben je een uur verder. En dan moeten de kuikentjes nog allemaal worden uitgeknipt, de veertjes nog worden verdeeld over boterbakjes en moet de lijm nog in potjes. Herkenbaar? Ik hoorde ooit op een cursus: ‘Hoe langer jij bezig bent met voorbereiden, des te minder valt er te ontdekken voor kinderen’. Daar schrok ik wel een beetje van, want ik meende dat kinderen daar bij mij alle ruimte voor kregen.
Verdwalen op het internet…


“Pas als een kind met al zijn zintuigen een materiaal beleefd en ontdekt heeft, is het in staat om er ‘iets’ van te maken.”

Smeren en experimenteren
Het ontdekken van en experimenteren met materialen willen we binnen Doomijn meer ruimte geven. Jij hoeft dan niet altijd 30 kuikens meer te knippen, al is daar op z’n tijd niets mis mee. Kinderen gaan binnen hun eigen mogelijkheden en de faciliteiten op de locatie aan de slag en doen dat zoveel mogelijk zelf. Jij zorgt voor ruimte, materiaal en een veilige omgeving. ‘Wat gaan we vandaag ontdekken’ in plaats van ‘wat gaan we vandaag maken’, wordt dan de leidraad. Want het hóeft niet altijd iets te worden! Het gaat om het ervaren van materialen. Smeren en experimenteren is belangrijk in de creatieve ontwikkeling. Pas als een kind met al zijn zintuigen een materiaal beleefd en ontdekt heeft, is het in staat om er ‘iets’ van te maken. Van Gogh schilderde ook niet in één keer zijn beroemde zonnebloemen. Daar zijn heel wat stappen aan vooraf gegaan.
Als je het:
Voor me knipt
Voor me opent
Voor me tekent
Voor me klaar zet
Voor me zoekt
En voor me vindt
Dan leer ik vooral dat jij het beter kunt dan ik

1. Varieer met materiaal en techniek
Hoe eenvoudiger hoe beter! Het mooiste is dat iets verwondering oproept. Combineer bijvoorbeeld verf met zand, zaagsel, kattengrind of blaadjes. Verf met kwasten, vingers, stokjes, duploautootjes of schuursponsjes. Teken met potloden op allerlei verschillend gekleurd papier en haal geen kleuren weg ‘omdat je geen wit op wit kunt zien’. Voor kinderen is dat een hele ontdekking! Teken op behangpapier met bobbels, ribkarton, kranten of tijdschriften. Leg ‘niet voor de hand liggend materiaal’ klaar. Kartonnen dozen en bakjes water, watten en dun ijzerdraad of klei met een hamer en spijkers.


Veel materiaal vind je gewoon buiten op straat, het plein en in het park. Kinderen houden van verzamelen dus ga er op uit met bakjes en plastic zakjes en kijk wat je buiten allemaal vindt. Doppen, stenen, eikels, stokjes en slakkenhuisjes. Sorteer het in je groep in overzichtelijke bakjes en potjes.
2. Verzamel het materiaal samen


3. Met je lijf
Teken/verf eens zodanig dat kinderen hun lijf op een hele andere manier gebruiken. Bijvoorbeeld languit liggend op de grond, rechtop staand met schildersezels of ga naar buiten en plak een vel papier op de containers. Werk niet alleen in het platte vlak maar ook driedimensionaal. Gebruik lege dozen, flesjes, stukken hout, boomstammetjes of wc-rollen.


4. Varieer met verbindingsmateriaal

Niet alleen (behang)lijm maar ook wasknijpers, schilderstape, ducktape, ijzerdraad, lint en wol stimuleren kinderen in hun experiment. Help ze daarbij door niet teveel materiaal in één keer aan te bieden. Bied liever van een paar materialen véél aan, dan van veel materialen een beetje.

5. Reflecteer
Vraag je bij alles wat je doet af: is dit jouw wens of blik als volwassene of ben je dienstbaar aan de ontdekkingen van het kind? Wat maakt dat je het papier draait, weghaalt, een kleur omruilt of iets verbiedt? En hoe zet je de materialen neer? Kunnen de kinderen overal zelf bij of zijn ze afhankelijk van wat jij ze aanreikt?
Wij zijn benieuwd: hoe is het voor jóu om op een heel andere manier te werken? Word je er blij van of juist geïrriteerd? We horen graag je ervaringen, wensen en vragen!
