Marieke: “Absoluut, heel tevreden over. Hij gaat met plezier naar school, ik zie het geluk wel toenemen. Iedereen kent elkaar bij naam. Dat is heel leuk.”
Leanne: “Ja heel leuk, en positief. Dat ze naar elkaar roepen: HOOOI!”
Rens: “Bedoel je dat ze elkaar dan kennen van andere groepen of gewoon de kinderen uit dezelfde klas?”
Marieke: “Beiden. Door de buitenschoolse opvang. Daar trekken de kleine kinderen zich op aan de grote. Als het ijs helemaal gebroken is, dan leren ze ook veel van elkaar. Maar goed, soms komen ze wel eens met woorden thuis, dat je denkt: ‘oh, nee! Hoe heb je dat geleerd?’ Dat komt dan als nadeel. Ach, dat is ook wel grappig. We proberen er wel op te letten.”
Rens: “Ja, Daar staan wij soms ook van te kijken, hoor. We proberen het wel in toom te houden hier en daar.”
Leanne: “Thuis vertellen wat ze gedaan hebben op school of op de bso is ook wel een dingetje. Dan zeggen ze: ‘ja, ik weet het allemaal niet. Ik heb getekend. “
Marieke: “Dat hoor ik inderdaad van meerdere ouders. Kinderen van die leeftijd vertellen dat bijna niet.”
Rens: “Grappig, dat is inderdaad wel standaard. Ze hebben het op het moment zelf heel leuk, er blijft wel wat hangen, maar einde van de dag het verhaal vertellen dat lukt niet. “
Hoe ervaar je het eerste schooljaar van je/de kleuter?
Leanne: “Dat valt bij ons nog heel erg mee. Misschien is dat ook meer bij meisjes, dat ze met elkaar willen spelen?”
Marieke: “Klopt, bij mij ook. Hij vindt het ook wat spannend om bij andere kinderen te spelen thuis. Dus ik zei toen wel: De volgende keer als je bij Lars wilt spelen. Moet je wel echt met hem mee. Nou, ik kan je vertellen: die volgende keer moet nog steeds komen. Haha!”
Leanne: “Nou moet ik ook zeggen dat er ook wel in de middag vaak wat afspraken staan. Denk aan zwemles of sporten.”
Marieke: “Hij vindt het ook wel prima om dan ook wat meer vrije tijd te hebben, en thuis gewoon een beetje te aarden ofzo.”
Rens: “Ja, misschien komt het ook door de afgelopen twee jaar: de coronatijd. Daardoor zijn mensen toch meer aan thuis gehecht geraakt. Daardoor zijn speelafspraakjes ook minder geworden. De contacten zijn wat minder sociaal, dat zou wel mee hebben gespeeld.“
Leanne: “Dat zou wel goed kunnen. Ik was er namelijk wel verbaasd over. Ik hoorde het wel veel om me heen.”
Rens: “In de hogere groepen gebeurt het wel steeds vaker. Dan hoor ik door de wandelgangen al ‘waar spreken we af?’ Kleuterklassen hoor je het de laatste tijd ook wel wat minder.”
Leanne: “Misschien verandert het wel in groep 3. “
Speelafspraken na schooltijd
Marieke: “Ja, klopt. Maar laten we eerlijk wezen, een zakje chips is ook goedkoper dan een fruitspies bijvoorbeeld. Al zegt een gezonde maaltijd natuurlijk veel meer. “
Leanne: “Terwijl ze simpel helemaal prima vinden en leuk. Waar ligt het dan aan hé? Wij ouders?”
Marieke: “Misschien leggen wij de lat wel steeds hoger. Of Pinterest. Ik geef Pinterest de schuld!”
Rens: “Wat betreft de kinderfeestjes. Monkeytown wordt ook wel heel veel gezegd. Kan ik wel begrijpen, met een arrangement ben je wat goedkoper uit. En kinderen kunnen zich de hele dag vermaken. Laatst hoorde ik dat er kinderen met een kinderfeestje naar de Julianatoren gingen. Mijn hemel, dat is toch duur?”
Marieke: “Niet!”
Rens: “Ja, nou, ik ging vroeger gewoon naar de kinderboerderij mee en picknicken. Dat waren de leukste kinderfeestjes!”
Marieke: Oh, ik had Disneyland op de planning als hij 6 wordt.”
Rens: “Oh, daar wil ik ook echt heen! Dan ga ik mee!”
Rens: “Ja, maar op de bso is dat wel echt anders. Dan heb je wederzijds vertrouwen. Je bouwt een band met ze op en je kent ze. Dat is anders dan een kinderfeestje waarbij je de kinderen misschien wel nog nooit hebt gezien. Ik weet wat ik aan ze heb, ik weet wat ze kunnen doen. Ook wat ze kunnen doen wat bijvoorbeeld niet mag. Ik hoef ze soms maar een blik te geven of een naam te noemen. Dat werkt gewoon. Ik zeg dan ook altijd: ‘Ik ben niet boos op jou, maar ik vind het gedrag niet leuk.’ En dat werkt gewoon.”
Leanne: “Zeg, kunnen we jou ook privé inhuren? Nee gekheid, dat is ook zo. Dat is anders dan wanneer je ze één keer op een kinderfeestje hebt. Maar goed, ik moet er toch een keer aan geloven. Gelukkig heb ik nog even om er aan te wennen, haha.”
Rens: “Ik zou als tip geven: huur als eerste keer een gymzaal voor een uurtje of twee om te gaan apenkooien of doe lekker een speurtocht door de straat heen. Heel veel ouders denken dat het groot en veel moet. Met hele goodiebags, maar écht. Lijkt me zo onnodig!”
Leanne: “Helemaal mee eens. Vroeger was iets simpels al prima. Ook qua traktaties, maar goed: ik ben ook niet creatief. Nu komen de meest grote dingen voorbij en het wordt ook steeds duurder.”
"Daarom heb ik ook zoveel respect voor Rens op de bso. Zoveel kinderen, ik zou dat overzicht helemaal niet kunnen houden, denk ik."
Leanne: “Oh god, loedermoeder. Dit heb ik niet gedaan. Ik ben er zelf gewoon nog niet zo aan toe, merk ik.”
Rens: Haha! Maar had hij dat zelf ook zo?”
Leanne: “Nee, gelukkig zeg! Hij begon er zelf ook nog niet over, dus ik dacht: ik stel het mooi nog maar even uit.” Nu heeft hij laatst een ander kinderfeestje gehad bij iemand anders. Ik vond het echt chaos. Daarom vind ik het nog helemaal niet erg, als hij ietsje ouder is. Even een jaartje uitstellen. Hij vond het trakteren op school en op de bso wel heel erg leuk. Dat was al een hoogtepunt, dus voor nu zeg ik: helemaal prima, zo!”
Marieke: “Ik begrijp het wel! Die van mij wordt in januari 6. En hij is er al mee bezig, hij wil er wel graag eentje hebben. Heeft ook met vijf jaar niet eentje gehad, want dat was ook minden in coronatijd. Ik wil het wel een beetje klein houden, zodat het overzichtelijk is. Het is ook wel een hele verantwoording. Ik wil wel dat ik alle kinderen in de gaten kan houden, straks gebeurt er iets. Moet er niet aan denken!”
Leanne: “Zie! Nou ik begin wel als hij tien wordt.”
Marieke: “Haha.“
Leanne: “Daarom heb ik ook zoveel respect voor Rens op de bso. Zoveel kinderen, ik zou dat overzicht helemaal niet kunnen houden, denk ik.”
Eerste kinderfeestje
"Ach, wij als volwassenen vinden nieuwe dingen ook spannend, toch? Een nieuwe baan of een sollicitatiegesprek. Dat is bij kinderen net zo! Dan doen ze het toch best goed als vier-vijfjarige!"
Eerste keer zwemles voor een kleuter
Leanne: “Ja, eens. We moeten eigenlijk gewoon uit beeld zijn. Volgens mij zijn de kinderen dan in alle situaties anders! Voor Jaiven was dat het ook wel. Hij benadert het wel stoer van te voren als we het erover hadden. Hij zou dat wel even gaan doen, tot het moment daar was. Toen wilde hij niet meer. Ik zag dat niet helemaal aan komen, en wat doe je dan? Hij moet toch met de badjuffrouw mee. Gelukkig was dat de tweede les al stukken beter!”
Rens: “Wordt die stap ook iets kleiner als je ze beiden van te voren veel verteld, zoals een eerste dag bso of school of dus zwemles?”
Leanne: “Ja, soms. Maar hij heeft op het moment zelf, er meer moeite mee, dan wanneer ik hem van te voren erover vertel. Dan is hij gewoon super stoer. Dus ik kan er ook geen touw aan vast knopen.”
Rens: “Ach ja. Wij als volwassenen vinden nieuwe dingen ook spannend, toch? Een nieuwe baan of een sollicitatiegesprek. Dat is bij kinderen net zo. Dan doen ze het best goed hé. Als vier-vijfjarige.”
Leanne: “En wij volwassenen kunnen soms ook zo lopen te piekeren he? Dan vinden we het spannend, en als het dan is geweest, dan valt het reuze mee. Waar hadden we het dan eigenlijk over?”
Marieke: “Haha! Ja, dus eigenlijk is het helemaal niet zo gek wat ze doen”.
Leanne: “Wat is het toch wat, die kleuterleeftijd. Zoveel ‘eerste keren’. Zo ook zwemles. Daar zitten wij nu middenin!”
Marieke: “Nou en of, eerste keer zwemles. Dat vond ik echt wel een dingetje. In tegenstelling tot school en de bso, ging zwemles eigenlijk hartstikke goed. Tuurlijk in het begin wel weer even spannend, dat is Jesse gewoon.”
Leanne: “Ja, soms moet je wel een wat lange adem hebben…”
Rens: “Maar merk je dat het wel beter ging, dan hoe het de eerste keer op de bso ging?”
Marieke: “Nou, Jesse ziet heel erg beren op de weg. Elke verandering is weer een berg om te beklimmen. Zoals van badje veranderen, klein naar groot bad, ander gebouw en dergelijke.”
Rens: “Mocht je er ook bij zijn tijdens de zwemles? In verband met Covid-19?”
Marieke: “Ja, dat vond ik wel een dingetje, je mocht niet kijken. En je kind gaat toch mee, zónder zwembandjes. Dat voelt toch vreemd. Maar aan de andere kant, ze zijn er in gespecialiseerd. Het is gewoon meer je moeder gevoel, denk ik. Juist ook goed voor hem, dat we er niet bij waren. Dan zoekt hij ook geen bevestiging. Dat scheelt!”
Overdrachten kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang ten opzichte van school
Rens: “Klopt, dat staat al in het systeem. Of er bijzonderheden zijn, of waar we op moeten letten. Klinkt spannender dan het soms is, hoor. Maar het is wel fijn dat we kinderen en ouders goed kennen, dat schept ook een band. En is professioneler!
Marieke: “Heb ik eigenlijk nooit zo over nagedacht, maar er zijn natuurlijk ook veel kinderen die al vanuit het kinderdagverblijf doorstromen richting de school die hier zit.”
Rens: “Ja, het merendeel wel inderdaad. Dat klopt! Dat is gewoon ook wel praktisch voor ouders. Maar, ik geef altijd wel aan bij ouders, dat ze kritisch moeten blijven kijken naar welke school ze willen dat hun kind gaat. En niet kiezen voor gemak. Maar ook naar het kind kijken wat bij hen past. Je kind moet er 8 jaar op zitten, gemiddeld. Dus dat is wel belangrijk.”
Leanne: “Nou zeker, plezier is het belangrijkste. En het kind moet zich fijn voelen, alleen dan kan het ontwikkelen.”
Rens: “Ja, kijk de overdrachten die je op het kinderdagverblijf krijgt als je je kind ophaalt of wegbrengt zijn heel anders dan op school, daar is het moment een stuk korter. Maar we zijn er wel altijd voor ouders hoor, ze kunnen altijd via de Parro app met ons communiceren en ook mailen en bellen. “
Leanne: “Dat vind ik als ouder ook wel fijn om te weten inderdaad. Wat betreft de overdracht tussen kinderdagverblijf of peuteropvang en school, hoe is dat?”
Rens: “Die is heel nauw. Vind ik persoonlijk heel erg fijn. Je hebt korte lijntjes, weet veel over de kinderen. We doen ook af en toe alle deuren open zodat de peuters al even kunnen snuffelen. Zowel Marjo als ik zijn beiden op school en op de buitenschoolse opvang aan het werk. Daardoor ken je al een beetje de kinderen. “
Marieke: “En krijgt de school altijd een overdracht over het kind vanuit het kinderdagverblijf?”
V.l.n.r. Marieke, Rens en Leanne
Tandartsassistente Leanne en casemanager Marieke zijn al jaren vriendinnen. Net als hun zoons Jaiven en Jesse (beide 5 jaar). Zij gaan naar bso Sterrenschool van Doomijn in Apeldoorn, waar leerkracht en pedagogisch medewerker Rens Boeve hen na schooltijd opvangt. Samen blikken ze terug op een bewogen eerste kleuterjaar: van in slaap vallen op de bso tot uitgestelde kinderfeestjes.
het eerste jaar
terugblik op
Kleuterperikelen:
Marieke: “Met het avondeten komen er dan flarden, maar hele overdrachten niet nee.“
Leanne: “Klopt! Dus we gaan er maar van uit dat het allemaal goed gaat, en leuk is. Anders horen we het wel.”
Rens: “Gaat ook zoveel om in zo’n kleuterhoofd. Ze moeten al zo snel groot zijn, en zijn eigenlijk nog maar klein. Voor het slapen, komen dan alle verhalen eruit. Dan verwerken ze het. Je merkt dat op de vrijdag, de kinderen wel beseffen: ‘alleen nog vandaag en dan is het weekend’. Het eerste jaar vermoeiend is zo vermoeiend. Daar kunnen ouders zich soms wel in vergissen.”
Marieke: “Nou, daar heb je zeker een punt. Zeg, ik kan wel uren met jullie kletsen.”
Rens: “Ja, we dwaalden hier en daar wat af, maar ontzettend leuk om jullie zo te spreken. Deze meester gaat weer aan de slag met alle toetsen voor de kinderen. Maar ik zie jullie in Disneyland, toch?”
Leanne: “haha, grapjas!”
“Gaat ook zoveel om in zo’n kleuterhoofd. Ze moeten al zo snel groot zijn, en zijn eigenlijk nog maar zo klein.”
Nieuwe fase: van kinderdagverblijf naar school en de bso
"Dat Jesse zo bij jou op schoot in slaap valt, is wel écht een compliment. Dan voelt hij zich zo vertrouwd bij je.”
Leanne: “Uhuh, dat is een keer of twee geweest, maar toen is de juf een paar keer meegelopen. En ging het eigen al heel snel goed. Hoe ging dat eigenlijk bij jou, Marieke? Jesse ging niet veel later dan Jaiven naar school toch?”
Marieke: “Klopt, Jesse kwam wat later. Jesse ging hiervoor naar de gastouder, dus dat stapje voor hem was wat moeilijker. De wereld wordt opeens dan zoveel groter. Grotere klas, ander ritme. En die grote kinderen inderdaad. Bij de gastouder was hij de oudste, hij was overal in zijn gevoel één van de betere. En dan kom je in een klas waarbij sommige kinderen toch wat ouder zijn, en dat maakte hem wat onzeker.”
Rens: “En hoe ging dat bij de buitenschoolse opvang?”
Marieke: “Poeh, ja. De buitenschoolse opvang was helemaal een dingetje. Daar waren hélemaal kinderen die ouder zijn dan hij. Maar hij heeft zoveel aan jou gehad. Een soort lichtpuntje voor hem.”
Rens: “Ah, wat goed om te horen, zeg! Ja, ik kan het me nog wel herinneren. Hij vroeg al elke keer als hij mij op school zag: ‘Rens, ben jij vanmiddag ook op de bso?’. Als ik er dan was, dan zag je hem gewoon oplichten.
Leanne: “Vertelde je niet ooit een keer dat hij bij Rens op schoot in slaap was gevallen op school?”
Marieke: “Oja! Dat was ik alweer vergeten. Die eerste dagen zijn ook zo zwaar voor kinderen, hele andere energieverbruik dan op het kinderdagverblijf. ”
Marieke: “Zeker, een keuze voor een kinderdagverblijf hoef je niet te koppelen aan de school.
Rens: “We proberen de landing zo zacht mogelijk te maken voor de kinderen. De juffen of pedagogisch medewerkers lopen vaak even mee, zorgen voor een goede overdracht. De communicatie is gewoon goed tussen het kinderdagverblijf, peuteropvang, buitenschoolse opvang en school. Dat is heel waardevol.”
Leanne: “Kinderen gaan ook vanaf het begin vijf dagen naar school. Misschien niet hele dagen, maar wel alle dagen naar school. Dat kost energie. Als ze dan zacht kunnen landen, is het top.”
Rens: “Daarom is de leeftijd tussen vier en vijf zo fijn. Ze zijn met vier jaar nog niet leerplichtig, dus als ze dan een keertje ziek zijn of te moe, dan kan je ze een dagje thuis laten.”
Marieke: “Nou, ik vond het ook wel fijn dat ze naar school gingen hoor. Haha! Ze waren thuis steeds meer verveeld. En nu hij eindelijk geaard is, en het leuk vindt op school. Is dat helemaal top! Je moet ze wel steeds meer loslaten. Ze zijn niet meer alleen van jou, maar van een steeds groter wordende wereld voor hen.“
Leanne: “Ja, vond je het moeilijk, de eerste fase van loslaten?”
Marieke: “Nou, ik was er zelf wel aan toe. Haha, het is prima dat hij naar school ging. Tuurlijk de eerste dag is wel even moeilijk, zo’n klein jongetje. ‘waar blijft de tijd’. Maar het hoort erbij, het is heel gezond.“
Marieke: “Het was wel zielig in het begin. De spanning bouwde ook op, naarmate de dag weer kwam dat hij naar de bso toe moest. Tuurlijk is het niet fijn, maar aan de andere kant waren we wel bewust dat hij er doorheen moest, dus we waren wel realistisch en hadden het vertrouwen dat het wel goed zou komen. Dit paste ook wel bij Jesse.”
Rens: “Klopt, we hebben het er samen over gehad. Wat we kunnen doen om de overstap te versoepelen. We moesten er doorheen, het kon gewoon niet anders. Aan zijn vriendjes en juf Marjo heeft hij heel veel aan gehad. En z’n vriendjes nu ook. Ik vind het heel jammer dat ik nu niet meer op de dinsdag werk sinds kort, daardoor zie ik Jesse en Jaiven niet op de bso. Gelukkig wel nog op school!”
Rens: “Helemaal mee eens, we geven ook altijd aan: bel gerust, het is al moeilijk genoeg. We proberen de communicatie met alle partijen heel goed te laten verlopen.”
Marieke: “Ze zijn wel allebei gestart in coronatijd, dat was soms wel lastig. Die overdrachten vond ik wel moeilijk, want je moest dan bij de deur afscheid nemen. Dat vonden de kinderen ook lastig, en daardoor ging het afscheid ook lastiger. En de binding is ook minder, je ziet de school minder, de leerkrachten. Je spreekt elkaar minder. Dat vond ik echt wel een dingetje!”
Rens: “Parro was toen helemaal fantastisch! Ouders bleven toch echt goed op de hoogte, je kon ouders via privé een berichtje sturen. Zo zorgden we ook in corona tijd voor goede overdrachten. Gaat veel makkelijker.”
Leanne: “Zeker, er wordt ook snel op gereageerd. Ook de ouderapp van Doomijn, gaat heel goed. Het komt snel binnen, mensen reageren snel. Heel waardevol.”
Rens: “Oja, dat klopt! Nu je het zegt, dat weet ik nog wel. Toen had ik een stagegesprek met een stagiaire. Toen kwam juf Elly binnen of Jesse even bij mij kon zitten, omdat hij een beetje verdrietig was. Toen zei ik tegen juf Elly: ‘kijk maar hoe hij het doet, lukt het niet… kom gerust bij mij, dan kan hij even bij mij zitten’. Uiteindelijk ging het niet en zat hij bij mij op schoot. En ja, na een tijdje wel heel rustig, al snurkend… Moet zeggen, vind het ook écht een compliment!”
Leanne: “Blijft een mooi verhaal. Dan voelt hij zich gewoon echt veilig bij je!”
Rens: “Maar, ik kan me herinneren dat het voor korte duur was. Volgens mij voelen ze zich beiden nu wel helemaal goed op zowel school als de buitenschoolse opvang.”
Marieke: “Ja zeker, maar het heeft misschien ook meegeholpen dat ik kort daarna van werkdagen ben veranderd. Niet veel later kwamen andere vriendjes zoals Tom en Lars op school. Toen was hij al snel ontdooid.”
Leanne: “Maar, hoe is dat voor jou eigenlijk dan? Als je kind het niet leuk vindt, dat lijkt me voor jou ook erg moeilijk.”
Rens: “Hoe is eigenlijk die fase van kinderdagverblijf naar school voor jullie verlopen?”
Leanne: “Ja wisselend! Ik had verwacht dat het heel snel, heel goed zou gaan. Maar de eerste dag op de buitenschoolse opvang vond hij écht wel een beetje lastig. Ik moet zeggen dat de overgang van kinderdagverblijf naar school wel goed ging. Hij zat op de kindertuin van Doomijn Kinderopvang en dat is in hetzelfde gebouw, dat maakte het wel wat soepeler”
Rens: "Ja, hij kende het gebouw natuurlijk al. Dat voelt dan toch vertrouwder."
Leanne: “Ja, dat is het. Bso was wel een dingetje.. Hij was verdrietig omdat op de buitenschoolse opvang niet alleen leeftijdsgenootjes zitten en misschien kinderen uit zijn klas, maar er zaten ook kinderen van groep twee, drie, of zelfs vier. Dat vond hij echt wel heel spannend.”
Rens: “Dat hoor je vaker. Er zijn meer kinderen die school een makkelijkere overgang vinden dan de buitenschoolse opvang, juist om die reden. Dus niet heel gek dat hij dit zo voelde. “
Rens: "Haha, toch leuk om elkaar even zo te spreken over school, de buitenschoolse opvang en hoe jullie terugkijken op dat eerste kleuterjaar."
Leanne: "Gelukkig geen beeld hé? Kunnen we gewoon alles zeggen?"
Marieke: "Haha, dat klinkt wel heel spannend."
Rens: "Ja hoor, je hebt je al voorgesteld: kop is er af! Lets go!"
“Gaat ook zoveel om in zo’n kleuterhoofd. Ze moeten al zo snel groot zijn, en zijn eigenlijk nog maar zo klein.”
Marieke: “Met het avondeten komen er dan flarden, maar hele overdrachten niet nee.“
Leanne: “Klopt! Dus we gaan er maar van uit dat het allemaal goed gaat, en leuk is. Anders horen we het wel.”
Rens: “Gaat ook zoveel om in zo’n kleuterhoofd. Ze moeten al zo snel groot zijn, en zijn eigenlijk nog maar klein. Voor het slapen, komen dan alle verhalen eruit. Dan verwerken ze het. Je merkt dat op de vrijdag, de kinderen wel beseffen: ‘alleen nog vandaag en dan is het weekend’. Het eerste jaar vermoeiend is zo vermoeiend. Daar kunnen ouders zich soms wel in vergissen.”
Marieke: “Nou, daar heb je zeker een punt. Zeg, ik kan wel uren met jullie kletsen.”
Rens: “Ja, we dwaalden hier en daar wat af, maar ontzettend leuk om jullie zo te spreken. Deze meester gaat weer aan de slag met alle toetsen voor de kinderen. Maar ik zie jullie in Disneyland, toch?”
Leanne: “haha, grapjas!”
Marieke: “Absoluut, heel tevreden over. Hij gaat met plezier naar school, ik zie het geluk wel toenemen. Iedereen kent elkaar bij naam. Dat is heel leuk.”
Leanne: “Ja heel leuk, en positief. Dat ze naar elkaar roepen: HOOOI!”
Rens: “Bedoel je dat ze elkaar dan kennen van andere groepen of gewoon de kinderen uit dezelfde klas?”
Marieke: “Beiden. Door de buitenschoolse opvang. Daar trekken de kleine kinderen zich op aan de grote. Als het ijs helemaal gebroken is, dan leren ze ook veel van elkaar. Maar goed, soms komen ze wel eens met woorden thuis, dat je denkt: ‘oh, nee! Hoe heb je dat geleerd?’ Dat komt dan als nadeel. Ach, dat is ook wel grappig. We proberen er wel op te letten.”
Rens: “Ja, Daar staan wij soms ook van te kijken, hoor. We proberen het wel in toom te houden hier en daar.”
Leanne: “Thuis vertellen wat ze gedaan hebben op school of op de bso is ook wel een dingetje. Dan zeggen ze: ‘ja, ik weet het allemaal niet. Ik heb getekend. “
Marieke: “Dat hoor ik inderdaad van meerdere ouders. Kinderen van die leeftijd vertellen dat bijna niet.”
Rens: “Grappig, dat is inderdaad wel standaard. Ze hebben het op het moment zelf heel leuk, er blijft wel wat hangen, maar einde van de dag het verhaal vertellen dat lukt niet. “
Hoe ervaar je het eerste schooljaar van je/de kleuter?
Leanne: “Dat valt bij ons nog heel erg mee. Misschien is dat ook meer bij meisjes, dat ze met elkaar willen spelen?”
Marieke: “Klopt, bij mij ook. Hij vindt het ook wat spannend om bij andere kinderen te spelen thuis. Dus ik zei toen wel: De volgende keer als je bij Lars wilt spelen. Moet je wel echt met hem mee. Nou, ik kan je vertellen: die volgende keer moet nog steeds komen. Haha!”
Leanne: “Nou moet ik ook zeggen dat er ook wel in de middag vaak wat afspraken staan. Denk aan zwemles of sporten.”
Marieke: “Hij vindt het ook wel prima om dan ook wat meer vrije tijd te hebben, en thuis gewoon een beetje te aarden ofzo.”
Rens: “Ja, misschien komt het ook door de afgelopen twee jaar: de coronatijd. Daardoor zijn mensen toch meer aan thuis gehecht geraakt. Daardoor zijn speelafspraakjes ook minder geworden. De contacten zijn wat minder sociaal, dat zou wel mee hebben gespeeld.“
Leanne: “Dat zou wel goed kunnen. Ik was er namelijk wel verbaasd over. Ik hoorde het wel veel om me heen.”
Rens: “In de hogere groepen gebeurt het wel steeds vaker. Dan hoor ik door de wandelgangen al ‘waar spreken we af?’ Kleuterklassen hoor je het de laatste tijd ook wel wat minder.”
Leanne: “Misschien verandert het wel in groep 3. “
Speelafspraken na schooltijd
Marieke: “Ja, klopt. Maar laten we eerlijk wezen, een zakje chips is ook goedkoper dan een fruitspies bijvoorbeeld. Al zegt een gezonde maaltijd natuurlijk veel meer. “
Leanne: “Terwijl ze simpel helemaal prima vinden en leuk. Waar ligt het dan aan hé? Wij ouders?”
Marieke: “Misschien leggen wij de lat wel steeds hoger. Of Pinterest. Ik geef Pinterest de schuld!”
Rens: “Wat betreft de kinderfeestjes. Monkeytown wordt ook wel heel veel gezegd. Kan ik wel begrijpen, met een arrangement ben je wat goedkoper uit. En kinderen kunnen zich de hele dag vermaken. Laatst hoorde ik dat er kinderen met een kinderfeestje naar de Julianatoren gingen. Mijn hemel, dat is toch duur?”
Marieke: “Niet!”
Rens: “Ja, nou, ik ging vroeger gewoon naar de kinderboerderij mee en picknicken. Dat waren de leukste kinderfeestjes!”
Marieke: Oh, ik had Disneyland op de planning als hij 6 wordt.”
Rens: “Oh, daar wil ik ook echt heen! Dan ga ik mee!”
Rens: “Ja, maar op de bso is dat wel echt anders. Dan heb je wederzijds vertrouwen. Je bouwt een band met ze op en je kent ze. Dat is anders dan een kinderfeestje waarbij je de kinderen misschien wel nog nooit hebt gezien. Ik weet wat ik aan ze heb, ik weet wat ze kunnen doen. Ook wat ze kunnen doen wat bijvoorbeeld niet mag. Ik hoef ze soms maar een blik te geven of een naam te noemen. Dat werkt gewoon. Ik zeg dan ook altijd: ‘Ik ben niet boos op jou, maar ik vind het gedrag niet leuk.’ En dat werkt gewoon.”
Leanne: “Zeg, kunnen we jou ook privé inhuren? Nee gekheid, dat is ook zo. Dat is anders dan wanneer je ze één keer op een kinderfeestje hebt. Maar goed, ik moet er toch een keer aan geloven. Gelukkig heb ik nog even om er aan te wennen, haha.”
Rens: “Ik zou als tip geven: huur als eerste keer een gymzaal voor een uurtje of twee om te gaan apenkooien of doe lekker een speurtocht door de straat heen. Heel veel ouders denken dat het groot en veel moet. Met hele goodiebags, maar écht. Lijkt me zo onnodig!”
Leanne: “Helemaal mee eens. Vroeger was iets simpels al prima. Ook qua traktaties, maar goed: ik ben ook niet creatief. Nu komen de meest grote dingen voorbij en het wordt ook steeds duurder.”
"Daarom heb ik ook zoveel respect voor Rens op de bso. Zoveel kinderen, ik zou dat overzicht helemaal niet kunnen houden, denk ik."
Leanne: “Oh god, loedermoeder. Dit heb ik niet gedaan. Ik ben er zelf gewoon nog niet zo aan toe, merk ik.”
Rens: Haha! Maar had hij dat zelf ook zo?”
Leanne: “Nee, gelukkig zeg! Hij begon er zelf ook nog niet over, dus ik dacht: ik stel het mooi nog maar even uit.” Nu heeft hij laatst een ander kinderfeestje gehad bij iemand anders. Ik vond het echt chaos. Daarom vind ik het nog helemaal niet erg, als hij ietsje ouder is. Even een jaartje uitstellen. Hij vond het trakteren op school en op de bso wel heel erg leuk. Dat was al een hoogtepunt, dus voor nu zeg ik: helemaal prima, zo!”
Marieke: “Ik begrijp het wel! Die van mij wordt in januari 6. En hij is er al mee bezig, hij wil er wel graag eentje hebben. Heeft ook met vijf jaar niet eentje gehad, want dat was ook minden in coronatijd. Ik wil het wel een beetje klein houden, zodat het overzichtelijk is. Het is ook wel een hele verantwoording. Ik wil wel dat ik alle kinderen in de gaten kan houden, straks gebeurt er iets. Moet er niet aan denken!”
Leanne: “Zie! Nou ik begin wel als hij tien wordt.”
Marieke: “Haha.“
Leanne: “Daarom heb ik ook zoveel respect voor Rens op de bso. Zoveel kinderen, ik zou dat overzicht helemaal niet kunnen houden, denk ik.”
Eerste kinderfeestje
"Ach, wij als volwassenen vinden nieuwe dingen ook spannend, toch? Een nieuwe baan of een sollicitatiegesprek. Dat is bij kinderen net zo! Dan doen ze het toch best goed als vier-vijfjarige!"
Eerste keer zwemles voor een kleuter
Leanne: “Ja, eens. We moeten eigenlijk gewoon uit beeld zijn. Volgens mij zijn de kinderen dan in alle situaties anders! Voor Jaiven was dat het ook wel. Hij benadert het wel stoer van te voren als we het erover hadden. Hij zou dat wel even gaan doen, tot het moment daar was. Toen wilde hij niet meer. Ik zag dat niet helemaal aan komen, en wat doe je dan? Hij moet toch met de badjuffrouw mee. Gelukkig was dat de tweede les al stukken beter!”
Rens: “Wordt die stap ook iets kleiner als je ze beiden van te voren veel verteld, zoals een eerste dag bso of school of dus zwemles?”
Leanne: “Ja, soms. Maar hij heeft op het moment zelf, er meer moeite mee, dan wanneer ik hem van te voren erover vertel. Dan is hij gewoon super stoer. Dus ik kan er ook geen touw aan vast knopen.”
Rens: “Ach ja. Wij als volwassenen vinden nieuwe dingen ook spannend, toch? Een nieuwe baan of een sollicitatiegesprek. Dat is bij kinderen net zo. Dan doen ze het best goed hé. Als vier-vijfjarige.”
Leanne: “En wij volwassenen kunnen soms ook zo lopen te piekeren he? Dan vinden we het spannend, en als het dan is geweest, dan valt het reuze mee. Waar hadden we het dan eigenlijk over?”
Marieke: “Haha! Ja, dus eigenlijk is het helemaal niet zo gek wat ze doen”.
Leanne: “Wat is het toch wat, die kleuterleeftijd. Zoveel ‘eerste keren’. Zo ook zwemles. Daar zitten wij nu middenin!”
Marieke: “Nou en of, eerste keer zwemles. Dat vond ik echt wel een dingetje. In tegenstelling tot school en de bso, ging zwemles eigenlijk hartstikke goed. Tuurlijk in het begin wel weer even spannend, dat is Jesse gewoon.”
Leanne: “Ja, soms moet je wel een wat lange adem hebben…”
Rens: “Maar merk je dat het wel beter ging, dan hoe het de eerste keer op de bso ging?”
Marieke: “Nou, Jesse ziet heel erg beren op de weg. Elke verandering is weer een berg om te beklimmen. Zoals van badje veranderen, klein naar groot bad, ander gebouw en dergelijke.”
Rens: “Mocht je er ook bij zijn tijdens de zwemles? In verband met Covid-19?”
Marieke: “Ja, dat vond ik wel een dingetje, je mocht niet kijken. En je kind gaat toch mee, zónder zwembandjes. Dat voelt toch vreemd. Maar aan de andere kant, ze zijn er in gespecialiseerd. Het is gewoon meer je moeder gevoel, denk ik. Juist ook goed voor hem, dat we er niet bij waren. Dan zoekt hij ook geen bevestiging. Dat scheelt!”
Rens: “Helemaal mee eens, we geven ook altijd aan: bel gerust, het is al moeilijk genoeg. We proberen de communicatie met alle partijen heel goed te laten verlopen.”
Marieke: “Ze zijn wel allebei gestart in coronatijd, dat was soms wel lastig. Die overdrachten vond ik wel moeilijk, want je moest dan bij de deur afscheid nemen. Dat vonden de kinderen ook lastig, en daardoor ging het afscheid ook lastiger. En de binding is ook minder, je ziet de school minder, de leerkrachten. Je spreekt elkaar minder. Dat vond ik echt wel een dingetje!”
Rens: “Parro was toen helemaal fantastisch! Ouders bleven toch echt goed op de hoogte, je kon ouders via privé een berichtje sturen. Zo zorgden we ook in corona tijd voor goede overdrachten. Gaat veel makkelijker.”
Leanne: “Zeker, er wordt ook snel op gereageerd. Ook de ouderapp van Doomijn, gaat heel goed. Het komt snel binnen, mensen reageren snel. Heel waardevol.”
Marieke: “Zeker, een keuze voor een kinderdagverblijf hoef je niet te koppelen aan de school.
Rens: “We proberen de landing zo zacht mogelijk te maken voor de kinderen. De juffen of pedagogisch medewerkers lopen vaak even mee, zorgen voor een goede overdracht. De communicatie is gewoon goed tussen het kinderdagverblijf, peuteropvang, buitenschoolse opvang en school. Dat is heel waardevol.”
Leanne: “Kinderen gaan ook vanaf het begin vijf dagen naar school. Misschien niet hele dagen, maar wel alle dagen naar school. Dat kost energie. Als ze dan zacht kunnen landen, is het top.”
Rens: “Daarom is de leeftijd tussen vier en vijf zo fijn. Ze zijn met vier jaar nog niet leerplichtig, dus als ze dan een keertje ziek zijn of te moe, dan kan je ze een dagje thuis laten.”
Marieke: “Nou, ik vond het ook wel fijn dat ze naar school gingen hoor. Haha! Ze waren thuis steeds meer verveeld. En nu hij eindelijk geaard is, en het leuk vindt op school. Is dat helemaal top! Je moet ze wel steeds meer loslaten. Ze zijn niet meer alleen van jou, maar van een steeds groter wordende wereld voor hen.“
Leanne: “Ja, vond je het moeilijk, de eerste fase van loslaten?”
Marieke: “Nou, ik was er zelf wel aan toe. Haha, het is prima dat hij naar school ging. Tuurlijk de eerste dag is wel even moeilijk, zo’n klein jongetje. ‘waar blijft de tijd’. Maar het hoort erbij, het is heel gezond.“
Overdrachten kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang ten opzichte van school
Rens: “Klopt, dat staat al in het systeem. Of er bijzonderheden zijn, of waar we op moeten letten. Klinkt spannender dan het soms is, hoor. Maar het is wel fijn dat we kinderen en ouders goed kennen, dat schept ook een band. En is professioneler!
Marieke: “Heb ik eigenlijk nooit zo over nagedacht, maar er zijn natuurlijk ook veel kinderen die al vanuit het kinderdagverblijf doorstromen richting de school die hier zit.”
Rens: “Ja, het merendeel wel inderdaad. Dat klopt! Dat is gewoon ook wel praktisch voor ouders. Maar, ik geef altijd wel aan bij ouders, dat ze kritisch moeten blijven kijken naar welke school ze willen dat hun kind gaat. En niet kiezen voor gemak. Maar ook naar het kind kijken wat bij hen past. Je kind moet er 8 jaar op zitten, gemiddeld. Dus dat is wel belangrijk.”
Leanne: “Nou zeker, plezier is het belangrijkste. En het kind moet zich fijn voelen, alleen dan kan het ontwikkelen.”
Rens: “Ja, kijk de overdrachten die je op het kinderdagverblijf krijgt als je je kind ophaalt of wegbrengt zijn heel anders dan op school, daar is het moment een stuk korter. Maar we zijn er wel altijd voor ouders hoor, ze kunnen altijd via de Parro app met ons communiceren en ook mailen en bellen. “
Leanne: “Dat vind ik als ouder ook wel fijn om te weten inderdaad. Wat betreft de overdracht tussen kinderdagverblijf of peuteropvang en school, hoe is dat?”
Rens: “Die is heel nauw. Vind ik persoonlijk heel erg fijn. Je hebt korte lijntjes, weet veel over de kinderen. We doen ook af en toe alle deuren open zodat de peuters al even kunnen snuffelen. Zowel Marjo als ik zijn beiden op school en op de buitenschoolse opvang aan het werk. Daardoor ken je al een beetje de kinderen. “
Marieke: “En krijgt de school altijd een overdracht over het kind vanuit het kinderdagverblijf?”
"Dat Jesse zo bij jou op schoot in slaap valt, is wel écht een compliment. Dan voelt hij zich zo vertrouwd bij je.”
Marieke: “Het was wel zielig in het begin. De spanning bouwde ook op, naarmate de dag weer kwam dat hij naar de bso toe moest. Tuurlijk is het niet fijn, maar aan de andere kant waren we wel bewust dat hij er doorheen moest, dus we waren wel realistisch en hadden het vertrouwen dat het wel goed zou komen. Dit paste ook wel bij Jesse.”
Rens: “Klopt, we hebben het er samen over gehad. Wat we kunnen doen om de overstap te versoepelen. We moesten er doorheen, het kon gewoon niet anders. Aan zijn vriendjes en juf Marjo heeft hij heel veel aan gehad. En z’n vriendjes nu ook. Ik vind het heel jammer dat ik nu niet meer op de dinsdag werk sinds kort, daardoor zie ik Jesse en Jaiven niet op de bso. Gelukkig wel nog op school!”
Rens: “Oja, dat klopt! Nu je het zegt, dat weet ik nog wel. Toen had ik een stagegesprek met een stagiaire. Toen kwam juf Elly binnen of Jesse even bij mij kon zitten, omdat hij een beetje verdrietig was. Toen zei ik tegen juf Elly: ‘kijk maar hoe hij het doet, lukt het niet… kom gerust bij mij, dan kan hij even bij mij zitten’. Uiteindelijk ging het niet en zat hij bij mij op schoot. En ja, na een tijdje wel heel rustig, al snurkend… Moet zeggen, vind het ook écht een compliment!”
Leanne: “Blijft een mooi verhaal. Dan voelt hij zich gewoon echt veilig bij je!”
Rens: “Maar, ik kan me herinneren dat het voor korte duur was. Volgens mij voelen ze zich beiden nu wel helemaal goed op zowel school als de buitenschoolse opvang.”
Marieke: “Ja zeker, maar het heeft misschien ook meegeholpen dat ik kort daarna van werkdagen ben veranderd. Niet veel later kwamen andere vriendjes zoals Tom en Lars op school. Toen was hij al snel ontdooid.”
Leanne: “Maar, hoe is dat voor jou eigenlijk dan? Als je kind het niet leuk vindt, dat lijkt me voor jou ook erg moeilijk.”
Leanne: “Uhuh, dat is een keer of twee geweest, maar toen is de juf een paar keer meegelopen. En ging het eigen al heel snel goed. Hoe ging dat eigenlijk bij jou, Marieke? Jesse ging niet veel later dan Jaiven naar school toch?”
Marieke: “Klopt, Jesse kwam wat later. Jesse ging hiervoor naar de gastouder, dus dat stapje voor hem was wat moeilijker. De wereld wordt opeens dan zoveel groter. Grotere klas, ander ritme. En die grote kinderen inderdaad. Bij de gastouder was hij de oudste, hij was overal in zijn gevoel één van de betere. En dan kom je in een klas waarbij sommige kinderen toch wat ouder zijn, en dat maakte hem wat onzeker.”
Rens: “En hoe ging dat bij de buitenschoolse opvang?”
Marieke: “Poeh, ja. De buitenschoolse opvang was helemaal een dingetje. Daar waren hélemaal kinderen die ouder zijn dan hij. Maar hij heeft zoveel aan jou gehad. Een soort lichtpuntje voor hem.”
Rens: “Ah, wat goed om te horen, zeg! Ja, ik kan het me nog wel herinneren. Hij vroeg al elke keer als hij mij op school zag: ‘Rens, ben jij vanmiddag ook op de bso?’. Als ik er dan was, dan zag je hem gewoon oplichten.
Leanne: “Vertelde je niet ooit een keer dat hij bij Rens op schoot in slaap was gevallen op school?”
Marieke: “Oja! Dat was ik alweer vergeten. Die eerste dagen zijn ook zo zwaar voor kinderen, hele andere energieverbruik dan op het kinderdagverblijf. ”
Rens: “Hoe is eigenlijk die fase van kinderdagverblijf naar school voor jullie verlopen?”
Leanne: “Ja wisselend! Ik had verwacht dat het heel snel, heel goed zou gaan. Maar de eerste dag op de buitenschoolse opvang vond hij écht wel een beetje lastig. Ik moet zeggen dat de overgang van kinderdagverblijf naar school wel goed ging. Hij zat op de kindertuin van Doomijn Kinderopvang en dat is in hetzelfde gebouw, dat maakte het wel wat soepeler”
Rens: "Ja, hij kende het gebouw natuurlijk al. Dat voelt dan toch vertrouwder."
Leanne: “Ja, dat is het. Bso was wel een dingetje.. Hij was verdrietig omdat op de buitenschoolse opvang niet alleen leeftijdsgenootjes zitten en misschien kinderen uit zijn klas, maar er zaten ook kinderen van groep twee, drie, of zelfs vier. Dat vond hij echt wel heel spannend.”
Rens: “Dat hoor je vaker. Er zijn meer kinderen die school een makkelijkere overgang vinden dan de buitenschoolse opvang, juist om die reden. Dus niet heel gek dat hij dit zo voelde. “
Nieuwe fase: van kinderdagverblijf naar school en de bso
Rens: "Haha, toch leuk om elkaar even zo te spreken over school, de buitenschoolse opvang en hoe jullie terugkijken op dat eerste kleuterjaar."
Leanne: "Gelukkig geen beeld hé? Kunnen we gewoon alles zeggen?"
Marieke: "Haha, dat klinkt wel heel spannend."
Rens: "Ja hoor, je hebt je al voorgesteld: kop is er af! Lets go!"
V.l.n.r. Marieke, Rens en Leanne
Tandartsassistente Leanne en casemanager Marieke zijn al jaren vriendinnen. Net als hun zoons Jaiven en Jesse (beide 5 jaar). Zij gaan naar bso Sterrenschool van Doomijn in Apeldoorn, waar leerkracht en pedagogisch medewerker Rens Boeve hen na schooltijd opvangt. Samen blikken ze terug op een bewogen eerste kleuterjaar: van in slaap vallen op de bso tot uitgestelde kinderfeestjes.
het eerste jaar
terugblik op
Kleuterperikelen: