Gaat jouw kleuter binnenkort naar school?
Dat kan best spannend zijn! Alleen al de voorbereiding op de eerste schooldag of de buitenschoolse opvang. Wat neem je bijvoorbeeld mee in de schooltas of stop je in de broodtrommel? En heb je al aan de gymspullen, het eerste schoolreisje of jouw rol als klassenouder gedacht? Wij stelden vijf vragen aan Stefani Heinz (62) die al meer dan 40(!) jaar als kleuterjuf werkt. Ze deelt haar ervaringen zodat jij weet wat jou en jouw kleuter in het eerste jaar te wachten staat!
5
Wat valt je op aan het eerste schooljaar van een kleuter?
“Er is een verschil tussen kleuters die al opvang gewend zijn en de kinderen die ‘rechtstreeks uit het nest komen’, zoals ik dat weleens noem. Ze zijn dan toch meer gewend, denk bijvoorbeeld aan verschillende gezichten, structuur of het samen spelen en delen met andere kinderen. Kinderen die geen opvang voor de schooltijd hebben gehad, hebben toch iets meer moeite met zich aan te passen.
Het eerste schooljaar komt er veel op een kleuter af. Het is wel een andere wereld, die ontzettend leuk is, maar ook veel energie kost. Sta ook niet gek te kijken als jouw kleuter ‘s middags opeens in slaap valt op de bank. Het eerste schooljaar zijn we, in tegenstelling tot wat ouders vaak denken, vooral bezig met de sociale en emotionele ontwikkeling. Daarin maakt een kleuter dan echt grote sprongen. Een kind dat net binnenkomt is vaak erg op zichzelf gericht. Op een gegeven moment zie je dat de kleuter zich meer openstelt, dan krijg je ook de speelafspraakjes na schooltijd. Het eerste jaar is vooral het welbevinden van de kleuter belangrijk, want pas als een kind zich fijn voelt kan het zich ontwikkelen. De rest komt écht pas veel later!”
Welke grote ontwikkelingen maakt een kleuter door in het eerste (school)jaar?
Wat zijn belangrijke punten tijdens het eerste (school)jaar voor een kleuter om als ouder te weten?
Gymles
“Als je kleuter naar school gaat, krijgt hij of zij gymles. Ze mogen dan een eigen tasje met gymkleren meenemen die vóór elke vakantie weer mee naar huis gaat, zodat ouders de kleren kunnen wassen of zelfs vervangen voor een maat groter. Gymles houden we vaak in de gymzaal, maar bij mooi weer ook lekker in de buitenlucht. Stiekem doen wij dat het liefst!”
Wat moet er in de schooltas?
“Tijdens schooltijd is eten ook erg belangrijk om genoeg energie te krijgen en te behouden voor de rest van de dag. We vragen ouders vaak om een broodtrommel met broodjes, een klein bakje met fruit voor in de ochtend en twee bekers drinken mee te geven. Eén beker voor bij het fruit en eentje voor bij het broodje tussen de middag. Denk er wel aan om het zoveel mogelijk ‘gezond’ te houden. Veel scholen hebben hier een beleid op. Dit kan allemaal mee in de schooltas. Stop er nog een extra setje kleding bij in voor als er iets gebeurt, dan is je kind helemaal goed voorbereid!”
Wat wordt er van ouders verwacht?
“Ouders kunnen zich aansluiten bij de ouderraad of opgeven om klassenouder te worden. Dit is niet verplicht, maar wel ontzettend leuk en gewenst! Als klassenouder regel je bijvoorbeeld cadeaus voor de juffen en meesters, en organiseer je schoolreisjes of evenementen. Vaak geven ouders zich op om klassenouder te worden wanneer zij al meerdere schoolgaande kinderen hebben, zodat ze al een jaartje of twee hebben kunnen zien hoe zoiets gaat.
Er zijn geen verplichte taken of bijdrages, maar er is wel een vrijwillige ouderbijdrage. Hiervan worden alle evenementen betaald, zoals alles rondom Sinterklaas of Kerst. Dit bedrag mag je betalen, maar dat hoeft niet. Het eerste schoolreisje is ook altijd een leuke mijlpaal voor zowel ouders als kinderen. Ouders kunnen zich ook opgeven om tijdens zo’n dag te helpen. Het schoolreisje kost meestal zo’n 25 euro per kind. Als ouders dit niet kunnen betalen, dan is daar een regeling of potje voor. Wel zo fijn!”
Zindelijkheid
“Als een kind vier jaar is en naar school gaat, is het belangrijk dat een kind zindelijk is. We zien steeds vaker dat kleuters door verschillende oorzaken nog niet zindelijk zijn. Het kost ook best veel tijd voordat een kind zindelijk is, daar verkijken ouders zich soms op. Gelukkig komt het bijna altijd vanzelf goed. Het is wel goed om te weten dat we op school helaas de faciliteiten en mogelijkheden niet hebben om een kind te verschonen, daarom bellen we ouders als hun kind een ongelukje heeft gehad.“
Schoolarts en logopedie
“Tussen hun vijfde en zesde levensjaar worden kinderen vaak gezien door de schoolarts. Deze bekijkt hun lengte en gewicht, en bespreekt eventuele bijzonderheden. Vanaf vier jaar kunnen we ook alvast de schoolarts even inschakelen als ons iets opvalt. Denk bijvoorbeeld aan problemen met eten of niet goed horen. Naast de schoolarts kunnen we de schoolverpleegkundige betrekken, bijvoorbeeld als een kind (te) vaak ziek is. Zowel de schoolarts als de -verpleegkundige kunnen met ons en ouders kijken wat in zo’n situatie het beste voor het kind is.
Soms krijg ik de vraag van ouders wanneer de screening van de logopediste gebeurt. Deze screening is pas in groep twee, maar niet meer standaard op elke school. De logopediste kan wel eerder worden ingeschakeld, maar dit ligt een beetje aan het inzicht van de leerkracht. Mocht er iets opvallen aan de spraak van kinderen, dan kan de leerkracht dit signaal doorgeven aan de logopediste of aan ouders.”
“Voornamelijk in de sociale en emotionele ontwikkeling, maar vanzelfsprekend ook in de motorische ontwikkeling. Bijvoorbeeld in tekenen en schrijven zie je zeker progressie. Daar zit in de afgelopen jaren wel een verschuiving in. Meisjes tekenen veel gedetailleerder op jongere leeftijd dan 25 jaar geleden. Het eerste schooljaar gaat het van grote figuren tekenen, naar steeds kleiner en nauwkeuriger.
Daarnaast leren kinderen meer geconcentreerd bezig te zijn. Daardoor zijn ze tijdens het eerste schooljaar vaak moe wanneer ze uit school komen, maar dat gaat naarmate het schooljaar vordert steeds beter.
Afscheid nemen, het ritme, de regels, op je beurt wachten… Eigenlijk ontwikkelen kleuters zich op zoveel vlakken, dat het helemaal niet gek is dat het zoveel energie kost!”
Wat valt je op aan ouders tijdens het eerste schooljaar van een kleuter?
De meeste ouders vinden het eerste schooljaar heel spannend. En dan bedoel ik ouders waarvan nog geen andere kinderen naar school gaan. We proberen hen daarom zoveel mogelijk bij alles te betrekken. En als ouders tijdens schooltijd bellen of mailen, dan nemen we dat altijd serieus en proberen we zo goed mogelijk te helpen. Het is ook een hele overgang van kinderopvang naar school! Overdrachten zijn korter en ouders moeten vaak afgaan op wat kleuters teruggeven wanneer ze uit school komen. Dat willen of kunnen kleuters niet altijd vertellen en dat is soms best lastig voor een ouder. Gelukkig komen de verhalen er vaak wel uit als ze naar bed gaan en alles verwerken.
De afgelopen twee jaren waren helemáál vervelend voor ouders; toen konden ze door COVID-19 de school niet in. Sommige van hen zien nu pas voor het eerst het klaslokaal. Ik ben erg blij dat die situatie, hopelijk voor een hele lange tijd, nu voorbij is. Dat geeft ouders al veel meer vertrouwen.
In de loop van het eerste schooljaar ontvangen ouders een vragenlijst over hun welbevinden; minstens net zo belangrijk als die van hun kind! Voelen zij zich fijn op het schoolplein, hoe ervaren zij de informatievoorziening en voelen ze zich betrokken? Maar ook: weten ouders elkaar onderling te vinden als het nodig is? Op die manier kunnen we, waar mogelijk, inspelen op behoeftes van ouders.”
“Ouders hebben regelmatig een ander beeld van het eerste schooljaar van een kind. Tijdens een oudergesprek vragen ouders vaak als eerste hoe het is met de cognitie: ‘Kan hij al lezen? Of zijn naam schrijven? Of tot tien tellen?’ En dat is natuurlijk helemaal niet erg, maar het eerste jaar is het veel belangrijker dat ze zich op school fijn gaan voelen. Dat ze leuk met elkaar een rollenspel spelen in de bouwhoek of elkaar vertellen wat ze het weekend hebben gedaan. De cognitieve ontwikkeling komt veel later, en vaak vanzelf.
Ouders van kleuters zien dingen echt anders dan 40 jaar geleden. Misschien zijn ouders wat kritischer geworden in de afgelopen jaren. Zo’n verschuiving in gedrag is in deze maatschappij ergens wel logisch. Ook kleuters zijn anders dan 40 jaar geleden. Tegenwoordig gaat leren veel via de iPad of de televisie en kennen nog maar weinig kinderen een poppenkast, bijvoorbeeld. Dat vind ik soms best jammer om te zien. Natuurlijk ontkomen we in het onderwijs niet aan deze ontwikkeling en zijn sommige digitale spelletjes wel degelijk leerzaam, wij gebruiken die ook op het digibord.
Daarnaast is er bij ons, en bij de meeste andere scholen, de mogelijkheid om de peuters een ochtend mee te laten draaien. Samen met een pedagogisch medewerker gaan de peuters dan een ochtend ‘oefenen’ in de kleuterklas. Op die manier raken de peuters al een beetje gewend aan de omgeving, helemaal als het ook de school is waar ze uiteindelijk heen gaan. School is wel degelijk anders dan de opvang, daar vergissen ouders zich weleens in. Dan hoor ik: ‘Onze dochter is al gewend aan drie dagen opvang, dus dat gaat vast goed komen’. Dat komt het ook zeker wel, maar de opvang is toch vaak iets vrijblijvender dan school. Opeens vijf dagen naar school vergt veel van een kleuter. Veel prikkels, andere regels: dat kost gewoon veel energie. Als we dan, door die paar keer wennen en een nauwe samenwerking tussen de opvang en school, de overgang voor de kinderen zo soepel mogelijk kunnen maken, is dat ontzettend fijn voor alle partijen!
In de toekomst willen we wat meer gezamenlijke activiteiten organiseren. Die behoefte is er extra nadat er twee jaar niks is georganiseerd door COVID-19. Denk bijvoorbeeld aan zomerfeesten en open dagen. Dan kunnen ouders ook al een kijkje nemen. “
“Bij openbare basisschool De Vliegenier werken we met een warme overdracht vanuit de opvang. Bij het kinderdagverblijf of de peuteropvang vullen de pedagogisch medewerkers een lijst in over het welbevinden van het kind. Dit bespreken zij met ouders en met de school. Die doorgaande leerlijn hier is heel positief! De overdracht en de overgang voor zowel kinderen als ouders gaan dan veel soepeler.
Van kinderopvang naar school: hoe is deze overgang?
Stefani Heinz (62) is geboren en getogen in Muiderberg. Sinds 2013 werkt ze als kleuterjuf op openbare basisschool De Vliegenier in Apeldoorn, die vroeger de naam ‘J.F. Kennedyschool’ droeg. Omdat zij in die tijd ook al werkzaam was op deze basisschool heeft ze onlangs haar 40-jarig jubileum binnen Leerplein gevierd. Wat een mijlpaal!
“Ik heb altijd al in het onderwijs willen werken. Nou, als ik even goed in mijn geheugen graaf wilde ik als kind kraamverzorgster worden, maar mijn vader wilde mij daar liever voor behoeden. Volgens hem bracht die baan veel leed met zich mee. Misschien had hij daar ook wel gelijk in, dat zou ik nu niet weten. Wel ben ik erg blij dat ik de weg van kleuterjuf in ben geslagen. Na 40 jaar, zit ik daar nog steeds op mijn plek. Dit ga ik tot mijn pensioen doen.”
Stefani is de aangewezen persoon om vijf vragen over de kleuterfase voor ons te beantwoorden.
Gaat jouw kleuter binnenkort naar school?
Dat kan best spannend zijn! Alleen al de voorbereiding op de eerste schooldag of de buitenschoolse opvang. Wat neem je bijvoorbeeld mee in de schooltas of stop je in de broodtrommel? En heb je al aan de gymspullen, het eerste schoolreisje of jouw rol als klassenouder gedacht? Wij stelden vijf vragen aan Stefani Heinz (62) die al meer dan 40(!) jaar als kleuterjuf werkt. Ze deelt haar ervaringen zodat jij weet wat jou en jouw kleuter in het eerste jaar te wachten staat!
5
Gymles
“Als je kleuter naar school gaat, krijgt hij of zij gymles. Ze mogen dan een eigen tasje met gymkleren meenemen die vóór elke vakantie weer mee naar huis gaat, zodat ouders de kleren kunnen wassen of zelfs vervangen voor een maat groter. Gymles houden we vaak in de gymzaal, maar bij mooi weer ook lekker in de buitenlucht. Stiekem doen wij dat het liefst!”
Wat moet er in de schooltas?
“Tijdens schooltijd is eten ook erg belangrijk om genoeg energie te krijgen en te behouden voor de rest van de dag. We vragen ouders vaak om een broodtrommel met broodjes, een klein bakje met fruit voor in de ochtend en twee bekers drinken mee te geven. Eén beker voor bij het fruit en eentje voor bij het broodje tussen de middag. Denk er wel aan om het zoveel mogelijk ‘gezond’ te houden. Veel scholen hebben hier een beleid op. Dit kan allemaal mee in de schooltas. Stop er nog een extra setje kleding bij in voor als er iets gebeurt, dan is je kind helemaal goed voorbereid!”
Wat wordt er van ouders verwacht?
“Ouders kunnen zich aansluiten bij de ouderraad of opgeven om klassenouder te worden. Dit is niet verplicht, maar wel ontzettend leuk en gewenst! Als klassenouder regel je bijvoorbeeld cadeaus voor de juffen en meesters, en organiseer je schoolreisjes of evenementen. Vaak geven ouders zich op om klassenouder te worden wanneer zij al meerdere schoolgaande kinderen hebben, zodat ze al een jaartje of twee hebben kunnen zien hoe zoiets gaat.
Er zijn geen verplichte taken of bijdrages, maar er is wel een vrijwillige ouderbijdrage. Hiervan worden alle evenementen betaald, zoals alles rondom Sinterklaas of Kerst. Dit bedrag mag je betalen, maar dat hoeft niet. Het eerste schoolreisje is ook altijd een leuke mijlpaal voor zowel ouders als kinderen. Ouders kunnen zich ook opgeven om tijdens zo’n dag te helpen. Het schoolreisje kost meestal zo’n 25 euro per kind. Als ouders dit niet kunnen betalen, dan is daar een regeling of potje voor. Wel zo fijn!”
Zindelijkheid
“Als een kind vier jaar is en naar school gaat, is het belangrijk dat een kind zindelijk is. We zien steeds vaker dat kleuters door verschillende oorzaken nog niet zindelijk zijn. Het kost ook best veel tijd voordat een kind zindelijk is, daar verkijken ouders zich soms op. Gelukkig komt het bijna altijd vanzelf goed. Het is wel goed om te weten dat we op school helaas de faciliteiten en mogelijkheden niet hebben om een kind te verschonen, daarom bellen we ouders als hun kind een ongelukje heeft gehad.“
Schoolarts en logopedie
“Tussen hun vijfde en zesde levensjaar worden kinderen vaak gezien door de schoolarts. Deze bekijkt hun lengte en gewicht, en bespreekt eventuele bijzonderheden. Vanaf vier jaar kunnen we ook alvast de schoolarts even inschakelen als ons iets opvalt. Denk bijvoorbeeld aan problemen met eten of niet goed horen. Naast de schoolarts kunnen we de schoolverpleegkundige betrekken, bijvoorbeeld als een kind (te) vaak ziek is. Zowel de schoolarts als de -verpleegkundige kunnen met ons en ouders kijken wat in zo’n situatie het beste voor het kind is.
Soms krijg ik de vraag van ouders wanneer de screening van de logopediste gebeurt. Deze screening is pas in groep twee, maar niet meer standaard op elke school. De logopediste kan wel eerder worden ingeschakeld, maar dit ligt een beetje aan het inzicht van de leerkracht. Mocht er iets opvallen aan de spraak van kinderen, dan kan de leerkracht dit signaal doorgeven aan de logopediste of aan ouders.”
Wat zijn belangrijke punten tijdens het eerste (school)jaar voor een kleuter om als ouder te weten?
“Voornamelijk in de sociale en emotionele ontwikkeling, maar vanzelfsprekend ook in de motorische ontwikkeling. Bijvoorbeeld in tekenen en schrijven zie je zeker progressie. Daar zit in de afgelopen jaren wel een verschuiving in. Meisjes tekenen veel gedetailleerder op jongere leeftijd dan 25 jaar geleden. Het eerste schooljaar gaat het van grote figuren tekenen, naar steeds kleiner en nauwkeuriger.
Daarnaast leren kinderen meer geconcentreerd bezig te zijn. Daardoor zijn ze tijdens het eerste schooljaar vaak moe wanneer ze uit school komen, maar dat gaat naarmate het schooljaar vordert steeds beter.
Afscheid nemen, het ritme, de regels, op je beurt wachten… Eigenlijk ontwikkelen kleuters zich op zoveel vlakken, dat het helemaal niet gek is dat het zoveel energie kost!”
Welke grote ontwikkelingen maakt een kleuter door in het eerste (school)jaar?
De meeste ouders vinden het eerste schooljaar heel spannend. En dan bedoel ik ouders waarvan nog geen andere kinderen naar school gaan. We proberen hen daarom zoveel mogelijk bij alles te betrekken. En als ouders tijdens schooltijd bellen of mailen, dan nemen we dat altijd serieus en proberen we zo goed mogelijk te helpen. Het is ook een hele overgang van kinderopvang naar school! Overdrachten zijn korter en ouders moeten vaak afgaan op wat kleuters teruggeven wanneer ze uit school komen. Dat willen of kunnen kleuters niet altijd vertellen en dat is soms best lastig voor een ouder. Gelukkig komen de verhalen er vaak wel uit als ze naar bed gaan en alles verwerken.
De afgelopen twee jaren waren helemáál vervelend voor ouders; toen konden ze door COVID-19 de school niet in. Sommige van hen zien nu pas voor het eerst het klaslokaal. Ik ben erg blij dat die situatie, hopelijk voor een hele lange tijd, nu voorbij is. Dat geeft ouders al veel meer vertrouwen.
In de loop van het eerste schooljaar ontvangen ouders een vragenlijst over hun welbevinden; minstens net zo belangrijk als die van hun kind! Voelen zij zich fijn op het schoolplein, hoe ervaren zij de informatievoorziening en voelen ze zich betrokken? Maar ook: weten ouders elkaar onderling te vinden als het nodig is? Op die manier kunnen we, waar mogelijk, inspelen op behoeftes van ouders.”
“Ouders hebben regelmatig een ander beeld van het eerste schooljaar van een kind. Tijdens een oudergesprek vragen ouders vaak als eerste hoe het is met de cognitie: ‘Kan hij al lezen? Of zijn naam schrijven? Of tot tien tellen?’ En dat is natuurlijk helemaal niet erg, maar het eerste jaar is het veel belangrijker dat ze zich op school fijn gaan voelen. Dat ze leuk met elkaar een rollenspel spelen in de bouwhoek of elkaar vertellen wat ze het weekend hebben gedaan. De cognitieve ontwikkeling komt veel later, en vaak vanzelf.
Ouders van kleuters zien dingen echt anders dan 40 jaar geleden. Misschien zijn ouders wat kritischer geworden in de afgelopen jaren. Zo’n verschuiving in gedrag is in deze maatschappij ergens wel logisch. Ook kleuters zijn anders dan 40 jaar geleden. Tegenwoordig gaat leren veel via de iPad of de televisie en kennen nog maar weinig kinderen een poppenkast, bijvoorbeeld. Dat vind ik soms best jammer om te zien. Natuurlijk ontkomen we in het onderwijs niet aan deze ontwikkeling en zijn sommige digitale spelletjes wel degelijk leerzaam, wij gebruiken die ook op het digibord.
Wat valt je op aan ouders tijdens het eerste schooljaar van een kleuter?
“Er is een verschil tussen kleuters die al opvang gewend zijn en de kinderen die ‘rechtstreeks uit het nest komen’, zoals ik dat weleens noem. Ze zijn dan toch meer gewend, denk bijvoorbeeld aan verschillende gezichten, structuur of het samen spelen en delen met andere kinderen. Kinderen die geen opvang voor de schooltijd hebben gehad, hebben toch iets meer moeite met zich aan te passen.
Het eerste schooljaar komt er veel op een kleuter af. Het is wel een andere wereld, die ontzettend leuk is, maar ook veel energie kost. Sta ook niet gek te kijken als jouw kleuter ‘s middags opeens in slaap valt op de bank. Het eerste schooljaar zijn we, in tegenstelling tot wat ouders vaak denken, vooral bezig met de sociale en emotionele ontwikkeling. Daarin maakt een kleuter dan echt grote sprongen. Een kind dat net binnenkomt is vaak erg op zichzelf gericht. Op een gegeven moment zie je dat de kleuter zich meer openstelt, dan krijg je ook de speelafspraakjes na schooltijd. Het eerste jaar is vooral het welbevinden van de kleuter belangrijk, want pas als een kind zich fijn voelt kan het zich ontwikkelen. De rest komt écht pas veel later!”
Wat valt je op aan het eerste schooljaar van een kleuter?
Daarnaast is er bij ons, en bij de meeste andere scholen, de mogelijkheid om de peuters een ochtend mee te laten draaien. Samen met een pedagogisch medewerker gaan de peuters dan een ochtend ‘oefenen’ in de kleuterklas. Op die manier raken de peuters al een beetje gewend aan de omgeving, helemaal als het ook de school is waar ze uiteindelijk heen gaan. School is wel degelijk anders dan de opvang, daar vergissen ouders zich weleens in. Dan hoor ik: ‘Onze dochter is al gewend aan drie dagen opvang, dus dat gaat vast goed komen’. Dat komt het ook zeker wel, maar de opvang is toch vaak iets vrijblijvender dan school. Opeens vijf dagen naar school vergt veel van een kleuter. Veel prikkels, andere regels: dat kost gewoon veel energie. Als we dan, door die paar keer wennen en een nauwe samenwerking tussen de opvang en school, de overgang voor de kinderen zo soepel mogelijk kunnen maken, is dat ontzettend fijn voor alle partijen!
In de toekomst willen we wat meer gezamenlijke activiteiten organiseren. Die behoefte is er extra nadat er twee jaar niks is georganiseerd door COVID-19. Denk bijvoorbeeld aan zomerfeesten en open dagen. Dan kunnen ouders ook al een kijkje nemen. “
“Bij openbare basisschool De Vliegenier werken we met een warme overdracht vanuit de opvang. Bij het kinderdagverblijf of de peuteropvang vullen de pedagogisch medewerkers een lijst in over het welbevinden van het kind. Dit bespreken zij met ouders en met de school. Die doorgaande leerlijn hier is heel positief! De overdracht en de overgang voor zowel kinderen als ouders gaan dan veel soepeler.
Van kinderopvang naar school: hoe is deze overgang?
Stefani is de aangewezen persoon om vijf vragen over de kleuterfase voor ons te beantwoorden.
“Ik heb altijd al in het onderwijs willen werken. Nou, als ik even goed in mijn geheugen graaf wilde ik als kind kraamverzorgster worden, maar mijn vader wilde mij daar liever voor behoeden. Volgens hem bracht die baan veel leed met zich mee. Misschien had hij daar ook wel gelijk in, dat zou ik nu niet weten. Wel ben ik erg blij dat ik de weg van kleuterjuf in ben geslagen. Na 40 jaar, zit ik daar nog steeds op mijn plek. Dit ga ik tot mijn pensioen doen.”
Stefani Heinz (62) is geboren en getogen in Muiderberg. Sinds 2013 werkt ze als kleuterjuf op openbare basisschool De Vliegenier in Apeldoorn, die vroeger de naam ‘J.F. Kennedyschool’ droeg. Omdat zij in die tijd ook al werkzaam was op deze basisschool heeft ze onlangs haar 40-jarig jubileum binnen Leerplein gevierd. Wat een mijlpaal!